medezeggenschapsblogleiden

Van Inspraak naar Invloed

Van Inspraak naar Invloed

We zijn nu halverwege het academisch jaar; een goed moment om even stil te staan en te reflecteren.

Zijn we tevreden met het functioneren van de Raad, over de samenwerking met het College van Bestuur en met ons individuele handelen? In een intern overleg zal de Raad over deze vragen met elkaar spreken. Op maandag 3 februari vond de Werkconferentie Medezeggenschap: ‘Van inspraak naar invloed’ plaats, georganiseerd door de Universiteitsraad en het College van Bestuur. Daar kwam de vraag aan de orde: hoe staat het met de universitaire democratie binnen de Universiteit Leiden? Nemen we de medezeggenschap eigenlijk wel voldoende serieus?

De CSL-fractie heeft deze werkconferentie als een leerzame en inspirerende dag ervaren en vertelt hierover graag in dit blog. Allereerst kijken we naar het verleden, om beter te begrijpen hoe de universitaire medezeggenschap is ontstaan. Vervolgens reflecteren we op de huidige staat van de medezeggenschap en ten slotte denken we na over waar we naartoe willen. Voor een uitgebreid verslag van de werkconferentie ‘Van inspraak naar invloed’ verwijzen we graag door naar het verslag van Corine Hendriks, ‘Medezeggenschap: wees realistisch, eis het onmogelijke’.

Jaren zestig

Het begon allemaal in de jaren zestig, toen de universitaire medezeggenschap tot stand kwam tijdens een periode van opstand en democratisering. Het oproer schudde de politiek wakker en men ontwierp de Wet Universitaire Bestuurshervorming. Hierin werd vastgelegd dat de Universiteitsraden bestuursorganen van de universiteit waren. Door deze wet konden studenten en personeel beslissen over alles wat de universiteit aanging. In 1997 veranderde deze situatie door de MUB: Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie. Hierin stond dat de Universiteitsraad alleen nog een adviserende en op enkele punten instemmende rol heeft. Dit is tot op heden het geval.

De formele rol

Tijdens de werkconferentie kwamen de leden van de medezeggenschap en zeggenschap in werkgroepen samen om van gedachten te wisselen over het functioneren van de medezeggenschap. Volgens het wettelijk kader en de regels die zijn afgesproken, heeft de medezeggenschap met name een formele functie. Dit impliceert vooral een reactieve rol: medezeggenschap volgt zeggenschap. Het College van Bestuur, ondersteund door ambtenaren, stelt beleidsstukken op. Het is de taak van de Universiteitsraad om deze door te nemen en hierop te reageren. De Universiteitsraad heeft het recht van initiatief, agendering en (ongevraagd) advies.

Wat al goed gaat is de poging om als Universiteitsraad meer proactief betrokken te raken bij de beleidsvorming. Zo houden het College van Bestuur en de Universiteitsraad informele ‘benen-op-tafel’ sessies over uiteenlopende thema’s. Daarnaast geven bestuurders aan dat zij de medezeggenschap – tot op zekere hoogte – waarderen, omdat ze als het ware een spiegel voorgehouden krijgen vanuit studenten en medewerkers. Tegelijkertijd kan er nog veel verbeterd worden. Raadsleden voelen zich niet altijd kundig genoeg om beleidsstukken te doorgronden en er adequaat op te reageren. Bovendien gebeurt er veel buiten het zicht van de achterban. Het valt ook op dat er tussen de verschillende medezeggenschapslagen (Universiteitsraad, Faculteitsraden, Opleidingscommissies) weinig contact is.

Naar meer proactiviteit

Volgens ons zou het goed zijn als de proactieve rol van de Universiteitsraad verder wordt uitgebreid. Tijdens de werkconferentie gaf Alexander Rinnooy Kan in zijn keynote aan dat hij vindt dat de medezeggenschap al vooraf betrokken moet worden bij de beleidsontwikkeling. ‘Studenten moeten veel meer meepraten over het onderwijs, de medezeggenschap wordt onderbenut.’ Wij sluiten ons graag aan bij deze woorden.

Het is nog maar de vraag of we de medezeggenschap binnen de Universiteit Leiden serieus genoeg nemen. Om bestuurders de spiegel voor te kunnen houden die ze zeggen te waarderen, moet een raadslid wel de juiste ruimte geboden worden. Het wordt tijd om ons te bewegen naar een proactievere vorm van medezeggenschap. Het moet voor studenten en medewerkers aantrekkelijk zijn om mee te praten over goed onderwijs en onderzoek. We willen eerder in het beleidsvormingsproces invloed krijgen en input kunnen leveren. De werkconferentie ‘Van inspraak naar invloed’ biedt goede aanknopingspunten om het gesprek over goede medezeggenschap te continueren. De universiteit kan rekenen op een reactie van de Universiteitsraad op de uitkomsten van de werkconferentie. We zullen daarin pleiten voor één van onze speerpunten dit jaar: versterking van de medezeggenschap!